Sensorregister voor publieke ruimte

01/10/2018

Door Liam van Koert

Het aantal sensoren dat wereldwijd een vinger aan tal van polsen houdt stijgt explosief. Niet alleen onze machines en apparaten zitten er vol mee, ook in de publieke ruimte wordt er steeds meer gemeten. Natuurlijk zijn er camera’s voor beveiliging of verkeer. Maar ook systemen waarmee met geluid ‘gekeken’ wordt (zie V+R #5 2017) zijn in opmars. In Eindhoven vond men het daarom hoog tijd voor een sensorregister, zodat elke inwoner kan zien wat er waar op welk moment gemeten wordt. 


     

// Factory Facts //

  • Er komen steeds meer sensoren in het publieke domein
  • Niemand weet precies welke sensor wat allemaal meet
  • Tijd voor een register dat transparantie biedt

 


Dat juist in Eindhoven de geluiden voor een sensorregister hetr hardst klonken is niet zo vreemd. Al heel wat jaartjes heeft de gemeenrte van haar drukste uitgaansstraat Stratumseind een ‘Living Lab’ gemaakt. Ruim twintig onderzoeksinstellingen meten er flink op los en proberen door het leggen van tal van dwarsverebanden het uitgaansgebied veiliger, levendiger en aantrekkelijker te maken. Er wordt gekeken en geluisterd. Rijdt er een scooter, breekt er ergens glas? Ook wordt gemeten wat de bezettingsgraad is van parkeergarages en kan middels data afgestaan door telefoonproviders zelfs de herkomst van de cafégangers worden herleid. Volgens Tinus Kanters, porojectleider van Living Labs gaat het dan overigens alleen om de percentages en zeker niet om de individuen. Dat zou de privacy van burgers schaden en dat is niet de bedoeling.

Toch zal niet iedereen hier 100 propcent op gerust zijn geweest. Want in het najaar van 2017 dook ineens de term ‘sensorregister’ op. Volgens toenmalige wethouders Staf Depla en Kajsa Ollongren moesten alle inwoners kunnen weten wat er precies gemeten en geresisteerd wordt. Transparantie dus. Maar hoe doe je dat? De gemeente besloot om In samenwerking met het Kadaster alle sensoren op Stratumseind in kaart te brengen en kenbaar te maken voor het publiek, de ondernemers en andere geïnteresseerden in de stad. Inmiddels is de bètaversie voor Stratumseind klaar en draait dit naar . Naar verwachting zullen nog dit jaar ook andere stadsdelen en Nederlandse gemeenten op het register worden aangesloten.


Analoge regelgeving

Het sensorregister, waarin elke nieuw geïnstalleerde sensor met één druk op de knop moet worden kunnen toegevoegd, is niet een puur technisch verhaal. De huidige wet- en regelgeving stamt uit een het analoge tijdperk en regelt weinig tot niets over de digitale infrastructuur van de smart city. Hoewel het grootste deel van de openbare ruimte onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt, is er nog geen gemeentelijk kader dat de belangen van de inwoners op het vlak van gegevensverzameling in de openbare ruimte beschermt. Belangrijk, aangezien het wemelt van de sensoren en het aantal gestaag groeit, terwijl niemand een overzicht heeft. Waar hangen al die sensoren en wat ze meten ze? Van wie zijn de data en wie beheert dit? Wie mag wat wel of niet zien en hoe wordt dat geborgd? Ook hier kan een sensorregister uitkomst bieden.

 

Samenwerking Kadaster

Voor het maken van het registratiesysteem ging de gemeente Eindhoven vervolgens op zoek naar een partner. Die vonden ze in het Kadaster. Niet alleen zijn zij zeer bedreven in het landelijk – ook andere gemeenten moeten op termijn kunnen meedoen – van eigendommen, ook hadden zij al het nodige onderzoek gedaan naar het registreren van sensoren en breed inzetbare datamodellen. Wel was het een voorwaarde voor de gemeente Eindhoven alles ook via hun open data portaal te ontsluiten. In dit portaal stellen zij nagenoeg alle gegevens voor de burger beschikbaar die in de afgelopen vier jaar zijn verzameld.
Interactieve kaart
Het sensorenregister bestaat op dit moment uit een interactieve kaart, een viewer op de website. Alle sensoren met bijbehorende informatie zijn er te vinden. Wie is de eigenaar? Wat wordt er gemeten? Staat hij aan of uit? Waar kun je terecht met vragen? De gemeente heeft hierbij veel van het werk aan de voorkant gedaan. De eigenaren zijn geïdentificeerd en er zijn spelregels afgesproken over het delen van data. Eindhoven telt namelijk een aantal IoT-sensorennetwerken in de openbare ruimte dat los van elkaar werkt. Hoewel het geen must is, kan het dus voorkomen dat twee partijen hetzelfde aan het meten zijn op dezelfde plek en gegevensuitwisseling wenselijk is.

Laagdrempelig

Op dit moment wordt in de bètaversie van het sensorregister nog gebruik gemaakt van Excel. Maar een van de eerst volgende stappen is om dit vergaand te automatiseren, waarbij Kadaster zorg draagt voor de inrichting van het register en de vormgeving, en de gemeente Eindhoven de data levert vanuit haar FIWARE-omgeving. Hierbij wordt ook een zo laag mogelijke drempel voor de sensoreigenaar nagestreefd. Registratie is niet verplicht, maar je wilt wel zo veel mogelijk sensoren aangemeld hebben. Dat moet dus kunnen met één druk op de knop. Gemak geldt uiteraard ook voor de gebruikerszijde. Een van de doelstellingen van Eindhoven namelijk ook dat ondernemers data kunnen delen en hergebruiken en de gemeente wordt geholpen bij het formuleren van doelmatig beleid dat leidt tot een gezonde en duurzame stad.


Privacy en transparantie

Belangrijkste argumenten voor het sensorregister blijven echter privacy en transparantie. Burgers kunnen momenteel namelijk onmogelijk weten wat er allemaal al in de publieke ruimte wordt gemeten. Samen met de gemeente Amsterdam heeft Eindhoven daarom duidelijke spelregels voor ‘de digitale stad’ geformuleerd. Privacy en transparantie staan hierin voorop en het sensorregister kan hiertoe een waardevol gereedschap blijken.

 

Afbeelding: Signify (Philips Lighting)