Industry 5.0 brengt human factor terug in robotisering

21/07/2020

Door Liam van Koert

Net nu ook het mkb begint te wennen aan het idee van een vierde industriële revolutie, komt Universal Robots met een volgende voorstel. Want waarom geen industrie 5.0? Volgens Sales Manager Benelux Christian Jansen is het een logisch vervolg op de digitaliseringsrace richting cloud die de automatisering weer een menselijk gezicht geeft. In industrie 5.0 zal de collaboratieve robot een belangrijke rol spelen.

 


     

Robots zijn al sinds de jaren zestig in opkomst, toen ze voor het eerst werden geïntroduceerd als onderdeel van wat technologen Industry 3.0 noemen.  Deze derde industriele revolutie vond zijn oorsprong in de komst van programmeerbare logica, die geavanceerde productie naar een hoger plan tilde. Na introductie van de eerste Unimate robot in een gieterij, zijn de meeste robots opgegroeid in de auto-industrie, waar ze vooral werden gebruikt om carrosserieën aan elkaar te lassen. Naarmate de technologieën rijper werden, werden de robots ook op andere gebieden gebruikt. Denk hierbij aan de logistiek, de medische wereld en de voedselindustrie. Toch duurde het wel even voordat de robot hier echt vaste voet aan de grond kreeg. Pas in 2006 werden er voor het eerst meer robots gebruikt buiten de automobielindustrie dan binnen.

Niet verwonderlijk dus, dat tot voor kort robots vooral in grote bedrijven te vinden waren voor het uitvoeren van bepaalde repetitieve handelingen. Maar door verschillende ontwikkelingen komen robots nu ook voor middelgrote en kleine bedrijven binnen handbereik. De relatieve aanschafprijzen daalden, de robots werden eenvoudiger om te programmeren, waardoor ze bovendien flexibeler worden en voor een groter aantal verschillende taken kunnen worden ingezet.

Snelle ROI

Volgens Christian Janse, Sales Manager Benelux van Universal Robots is er één robottype in het bijzonder dat aan de behoeften van kleinere mkb-bedrijven appelleert: de cobot. Deze is over het algemeen voordeliger in aanschafprijs omdat de specificaties beter op de mkb-behoeften zijn afgestemd. Bij kleinere bedrijven hoeven meestal geen tonnen maar kilo’s gehandeld te worden. Bovendien zijn vereiste herhaalnauwkeurigheden lager voor het leeuwendeel van de toepassingen (er zijn ook duurdere cobots met herhaalnauwkeurigheid 0,03 mm in vollast), wat een voordeligere constructie oplevert.  Een minstens zo’n belangrijk verkoopargument is de gebruikersvriendelijke intuïtieve programmeerschil. De cobot kan hierdoor snel en flexibel voor verschillende taken worden ingezet.  En omdat in de meeste gevallen voor cobots bovendien geen speciale voorzieningen getroffen hoeven te worden – denk bijvoorbeeld aan hekwerken voor extra veiligheid - worden er nog meer kosten en ruimte uitgespaard.

Janse: “De flexibiliteit vertaalt zich niet alleen in weinig eisen voor wat betreft de omgeving, maar ook in functies en productiviteit. Neem als voorbeeld een cobot die stapel- of pickwerk doet in een bedrijf. Die moet bij voorkeur allerlei maten verpakkingen aankunnen, van kleine ronde flesjes tot grote vierkante dozen. Daarnaast moeten de cobots eenvoudig te programmeren zijn en slechts een korte leercurve voor een operator met zich meebrengen. Zo zijn ze vlot inzetbaar en leveren ze een snellere return on investment.”

Bedrijven die cobottechnologie omarmen, zijn volgens Janse ook beter in staat om te anticiperen op bepaalde marktontwikkelingen. Denk daarbij aan de toenemende behoefte aan personalisatie van producten, de steeds kortere levenscyclus van die producten en de steeds hogere klantverwachtingen op het vlak van snelle levering. Dat leidt met name in de logistiek, fulfilment en packaging-branche tot veel meer dynamiek – wat met alleen mensen moeilijk te beheersen is. 

Reshoring

Nu we midden in de vierde industriële revolutie (Industry 4.0) zitten, gekenmerkt door het toenemende belang van cloud en andere technologische ontwikkelingen in de kern van de productie en de productiesystemen, zien we volgens Janse onder meer een beweging ontstaan naar reshoring. Een reden is dat door automatisering  de aanschafprijzen van robots wereldwijd veel dichter bij elkaar liggen dan bijvoorbeeld de arbeidslonen. Dit helpt bedrijven om productie terug te halen naar het thuisland. Reshoring dus.  “Een van de bewegingen in het 4.0 tijdperk is meer en meer lokaal produceren. Deze trend was al ingezet met het oog op duurzaamheid. Maar ook met het oog op het verkorten van de time-to-market, groeide het besef dat het dichter bij de afzetmarkt produceren ook de keten kan verkorten. Nu komen daar ook nog eens de productiekosten als argument bij.”

Volgens Janse was een groot deel van de bedrijven geen kwestie van of, maar ook een kwestie van hoe zij. Toen kwam Corona en kwamen zaken in een stroomversnelling. Enerzijds bleken bedrijven die hun productie op grote afstand hadden zitten kwetsbaar door reisverboden. Anderzijds bleek met digitaal werken meer mogelijk dan voorheen, getuige onder andere de flinke afname in het aantal files op de Nederlandse wegen.

Van Industry 4.0 naar 5.0

Als de vierde industriële revolutie het real-time opvolgen van productiebehoefte inluidt – iets wat in tegenstelling tot configuratie door klanten nog mondjesmaat gebeurt – wat staat ons in een 5.0 tijdperk dan allemaal te wachten?

Janse: “Tijdens de vijfde industriële revolutie zal de traditionele scheiding tussen mens en technologie langzaamaan wegvallen. Daar waar we in de traditionele robotwereld vooral productiestraten zien waar robots eenvoudige activiteiten uitvoeren zonder tussenkomst van mensen, wordt dit in Industry 5.0 een echte samenwerking tussen mens en machine. De mens zorgt voor creativiteit en proactiviteit, de machine voor de productiviteit en ondersteuning. Onderzoek door het Massachusetts Institute of Technology uit 2016 – gepubliceerd in de Financial Times – liet zien dat de inzet van een collaboratieve robot de productiviteit met wel 85 procent kan doen toenemen.”

Volgens Janse liggen hier voor de kleine en middelgrote bedrijven – 97 procent van alle bedrijven wereldwijd –enorme kansen. Met cobottechnologie kunnen ze groeien, het tekort aan goede vakmensen opvangen en inspelen op de steeds hogere eisen van hun klanten. Maar het belangrijkste is dat ze de human factor kunnen blijven toevoegen aan hun (productie)processen, want net die maakt het verschil.