Pompen onderdeel van Smart Factory

26/11/2015

Door Bart Driessen

Pompen zijn tegenwoordig ‘plant assets’, onderdelen van de ‘smart factory’. Aldert Schollaardt en Jaap Westeneng van Endress + Hauser geven hun visie op deze ontwikkeling.


     

Pompen zijn al lang geen op zich staande onderdelen meer. En zeker niet in de procesindustrie. Voor wie het nog niet wist, we leven in het tijdperk van de Smart Factory of het Internet of Things, het universum waarin alles met elkaar verbonden wordt. Ook pompen zijn tegenwoordig volwaardige netwerkdeelnemers die daarin samenwerken met intelligente sensoren, frequentieregelaars en afsluiters. Daarbij gaat het om veel meer dan de besturing van productieprocessen, de bekende procesautomatisering. Minstens zo belangrijk zijn de grote hoeveelheden data die nu beschikbaar komen. Data, sommigen hebben het over ‘big data’, lijken het nieuwe goud te worden van de moderne fabriek. En toegegeven, om pompinstallaties fatsoenlijk te onderhouden en in hun efficiëntie te optimaliseren zijn data onmisbaar. Om die data te verkrijgen is natuurlijk intelligente instrumentatie nodig, de ogen en oren van de fabriek. En weliswaar zijn in de meeste gevallen data zoals identiteit, draaiuren, stilstand, verbruik, trillingen, onderhoudsbeurten etc. al lang gedigitaliseerd. Alleen, het probleem tot nu toe is vaak de toegankelijkheid van die data. Verschillende protocollen, softwarepakketten en opslaglocaties van data binnen dezelfde onderneming maken het vaak bijzonder moeilijk om alle gezochte data in te zien en te verwerken.

 

Ketenbeheer

Waar het dus om gaat is dat data van werkprocessen toegankelijk worden gemaakt, en als het even kan, in één systeem geïntegreerd. Beheerders, onderhoudsdiensten, productiemanagers kunnen nu eenmaal hun werk moeilijk uitvoeren zonder die directe toegang tot data. Een partij die midden in deze ontwikkeling staat is Endress+Hauser, bekend door hun activiteiten in de meet- en regeltechniek. Aldert Schollaardt, Marketing Managerbij Endress+Hauser, kent de praktijk: “Wij zien dat onze klanten in de procesindustrie hun relatie met klanten steeds intensiever maken. Deze ontwikkeling is in feite een heel algemene trend. De klanten van onze klanten doen dat ook en hetzelfde geldt natuurlijk voor de relatie tussen ons en onze klanten. Kortom, de keten staat in het middelpunt van de belangstelling. Neem bijvoorbeeld een groot internationaal chemiebedrijf, een klant van ons, die vanuit Dordrecht wereldwijd chemische vloeistoffen levert. Deze voorraden worden vanuit Nederland in consignatie geleverd en door dezelfde leverancier continu op niveau gehouden. De leverancier maakt daartoe gebruik van zijn Inventory Managementsysteem waarmee ook de productie- en logistieke keten wordt gestuurd. De leverancier ziet vanuit dat Inventory Managementsysteem hoe de voorraden zich aan de andere kant van de wereld ontwikkelen en kan tijdig zijn logistieke operatie daarop aanpassen. Endress+Hauser doet het zelfde.”

 

Asset Monitoring

Geografische grenzen of belemmeringen stellen steeds minder voor. Dat blijkt wel uit de manier waarom informatie omtrent het gedrag van pompen en instrumenten tegenwoordig bij de beheerder van installaties terecht komt. Aldert Schollaardt: “We kunnen nu voortdurend zeggen hoe het met de instrumentatie bij de klant gaat, ongeacht de locatie. Als de klant overtuigd is van het voordeel en daarvan wil profiteren kan hij nu zijn instrumentatie koppelen aan industrieel ethernet. Met standaard UTP-kabel en de koppeling van componenten middels IP-adressen is tegenwoordig erg veel mogelijk. Voor de beheerders van installaties waarin pompen zijn opgenomen biedt deze ontwikkeling veel perspectief. Heel belangrijk in de procesindustrie is Asset Monitoring. Veel onderdelen van onze instrumentatie zijn terug te vinden in de directe nabijheid van pompen. Vanzelfsprekende voorbeelden zijn natuurlijk de flow-, druk- en temperatuurmeters waarvan de data onmisbaar zijn voor een effectief asset management van pompinstallaties. Maar ook sensoren voor data betreffende trillingen en temperatuur van de pomp, stroomverbruik en klepstanden zijn essentieel voor Asset monitoring. Op zich zijn al die metingen al langer bekend. Alleen de tekortkoming daarvan is dat deze nog altijd gebaseerd zijn op losstaande, niet geïntegreerde systemen. Dat is niet alleen lastig, maar ook een gemiste kans. De kans die zo wordt gemist, is dat je steeds weer oplossingen moet bedenken om de data uit die metingen te verwerken in je systeem voor procesautomatisering.”

 

Pompen binnen grote automatiseringssystemen

De ontwikkeling waarin wij momenteel al erg ver zijn, is de integratie met de systemen voor procesautomatisering van Rockwell Automation en Schneider.” Jaap Westeneng, Product Manager bij Endress+Hauser: “Belangrijk is dat onze instrumentatie vlekkeloos te integreren is met de grote automatiseringssystemen. Daarvoor is wel een perfecte connectiviteit nodig. Om zonder risico te integreren met de systemen van Rockwell en Schneider moeten namelijk alle drivers in onze instrumenten een directe toegang verschaffen tot de bekende automatiseringssystemen. Deze systemen moeten zo onze instrumenten direct kunnen herkennen en configureren. Momenteel zijn we al in staat om een risicoloze integratie met het systeem van Rockwell uit te voeren. Zo’n integratie noemen we een ‘Premium Integratie’. Een voorbeeld daarvan is een recent project bij Vreugendenhil, een producent van melkpoeders. Daar zijn al onze instrumenten gekoppeld via EtherNet/IP, HART, AS-I en PROFIBUS.”

 

Beheer op afstand

“De integratie van onze instrumentatie met de procesbesturing bij Vreugdenhil is voor ons in Nederland een belangrijke referentie. ODVA, de gebruikersvereniging van EtherNet/IP, had al in een eerder stadium de compatibiliteit van onze instrumentatie met EtherNet/IP getest. Dus dat zat wel goed. De software die garandeert dat al onze instrumenten direct worden herkend en geconfigureerd is ook al beschikbaar. Daarvoor zorgt DTM of Device Type Manager. Ook de parameters van de instrumentatie zijn aan de PLC-besturing toegevoegd; dat gebeurt in de vorm van AOP’s of Add On Profiles. Daardoor ligt onze aansluiting op de besturingssystemen van Rockwell Automation op ‘level 3’; het hoogst mogelijk niveau. Verder beschikken we over een bibliotheek met functieblokken voor alle functies. Doordat alle functieblokken aan elkaar gekoppeld zijn, is de applicatie ook meteen bereikbaar. Voor de bedienschermen werken we tenslotte met gestandaardiseerde objecten en faceplates hetgeen de integratie compleet maakt.”