Op 7, 8 en 9 maart organiseert Mikrocentrum voor de tweede keer Virtual (R)evolution, in NH Conference Centre Koningshof in Veldhoven. Het evenement, dat uniek is in de Benelux, laat zien wat virtual en augmented reality de industrie te bieden hebben. Niet morgen, maar de praktijk zoals die vandaag met hedendaagse technologie te realiseren is.
“Natuurlijk is er veel te ervaren en zijn er op Virtual (R)evolution hololenzen, oculusbrillen en andere beroemde producten te vinden”, zegt Saskia Baeten. Maar er volgt ook direct een maar. Een beetje verwachtingsmanagement is volgens de beursmanager op zijn plaats. “Virtual (R)evolution wil vooral stevig met twee benen in de industriële praktijk staan. Geen speeltuin dus, maar een robuust evenement met lezingen van gerenommeerde eindgebruikers en vooraanstaande exposanten met industrieel toepasbare hard- en software.
Het gaat hard met de vorderingen in virtual- en augmented reality. Zo hard zelfs, dat er best over een kleine revolutie gesproken mag worden. Het grote verschil met een aantal jaren geleden? Allesbepalende rekenkracht. ”De term Virtual Reality bestaat al sinds eind jaren tachtig”, weet Baeten. “En eigenlijk is VR nog ouder als je de fotovarianten meerekent. We hebben de r daarom maar tussen haakjes gezet. Maar door de beperkte processorkracht was de beeldkwaliteit niet om over naar huis te schrijven en werd je door slechte headtracking zelfs misselijk. Een beroemde kickstarter van een 18-jarige maakte daar vier jaar geleden een eind aan: Oculus Rift was zo’n succes dat Mark Zuckerberg er twee miljard dollar voor over had. Inmiddels wordt de consumentenmarkt door brillen overspoeld en ziet ook de industrie het nut van Virtual Reality. Het inzichtelijk maken zonder een fysieke representatie heeft namelijk enorme voordelen. Voor productontwikkeling, prototyping of voor training.”
Parallel aan de virtuele (r)evolutie loopt die van augmented reality, waarbij een digitale informatielaag over de fysieke werkelijkheid wordt gelegd. Dit kan met een bril, of met een tablet of smartphone. Ook hier ziet Baeten een groeiende interesse vanuit de industrie. “Door digitale informatie aan live camerabeeld te koppelen, kan je de werkelijkheid verrijken. Met mooie 3D-renderingen bijvoorbeeld, maar ook met plaatjes, filmpjes of teksten. In de industrie zie je onderhoudsmonteurs augmented reality gebruiken om ter plekke geanimeerde instructies te bekijken of expertise op afstand in te roepen. Maar het wordt ook gebruikt om te kijken hoe iets nieuws in een bestaande situatie past, of om de realtime waarde van een bepaalde sensor uit te lezen.”
Het is maar een kleine greep uit de mogelijkheden die Baeten voor virtual- en augmented reality ziet. In het congresprogramma worden ze voorzien van sprekende voorbeelden. Van Boskalis bijvoorbeeld, die hun scheepscabines inrichten met virtual reality. Of Apollo Vredestein en Van de Lande die VR inzetten voor training, waarbij laatstgenoemde zelfs een mobiele trainingkoffer heeft ontwikkeld. En wat te denken van Wemo, die augmented reality gebruiken voor aansturing van hun operators die daarmee 35% sneller zijn en 90% minder fouten maken.
Omdat Baeten de driedaagse bijeenkomst met voldoende realiteitszin boven de hype wil uittillen, worden tot slot ook de onmogelijkheden uitgebreid behandeld. “Er kan al heel veel. Maar er zijn nog minstens zo veel beperkingen. Om beide een gebalanceerd podium te geven, hebben we Matthias Pusch van Worldviz uit Amerika uitgenodigd. Daarmee is Virtual Revolution uniek in Europa en niet alleen leerzaam voor bezoekers uit de industrie, maar zeker ook interessant voor vakgebieden als architectuur, zorg of marketing.”