Vision en robotica zijn steeds vaker in het huiselijke domein terug te vinden. Hoewel ze in de meeste huishoudens nog een hoog ‘nice to have’ gehalte hebben, raakt de term domotica meer en meer ingeburgerd. Een klein onderzoek naar de ultieme domotica-toekomst waarin het huis zelf misschien wel de robot is.
Een tennismaatje van me is er dol op. Als enthousiast thuisknutselaar had hij al jaren geleden een robotje in zijn huis rondrijden dat hij op afstand met zijn mobieltje kon overnemen om een kijkje te nemen in elke gewenste hoek van zijn benedenverdieping. Het ding was een gezamenlijk thuisproject dat hij met enkele HTS-vrienden had opgevat en als een soort wisseltrofee mocht iedere deelnemer hem een paar maandjes in huis hebben. Uiteraard was hij een van de voorlopers van de slimme thermostaat, kan hij met een inmiddels geüpgrade mobieltje vanaf overal ter wereld zijn lampen per kamer aan- en uitzetten en het zou me niet verbazen als hij ook voor zijn gordijnen en koffiezetapparaat een app heeft geknutseld. Nu is dit early adaptor plezier niet voor iedereen weggelegd. Je moet bovengemiddeld kunnen solderen en programmeren en ook een rijke fantasie helpt om in het volgende ‘misschien-niet-nuttig-maar-het-kan’-project te volharden.
Kant en klaar
Gelukkig hoeft niet iedereen te kunnen knutselen. Slimme thermostaten, airco’s, rookmelders, beveiligingscamera’s en lichtsystemen, ze zijn gewoon te koop. Hetzelfde geldt voor robotstofzuigers, grasmaaiers en ramenlappers. Maar menig huiseigenaar vraagt zich af: leuk al die domotica, maar wat heb ik er aan? Ik kan toch ook zelf mijn vloer stofzuigen en het licht aandoen? Bovendien zie je op diverse fora veel scepsis ten aanzien van de kwaliteit van huisautomatiseringsproducten. Een robotstofzuiger die de helft overslaat? Dan kan ik het net zo goed zelf in één keer goed doen. De toename van aanbieders schetst echter ook een ander beeld. Blijkbaar groeit ook het aantal klanten wat weer gunstig is voor de prijs. Nu heb je al voor onder de honderd euro een robotstofzuiger. Hetzelfde geldt voor een slimme thermostaat van Nederlandse bodem; bekend van de kinderachtige reclame. Met het wegvallen van productgeneraties wordt ook het imago beetje bij beetje bijgesteld. Misschien kan een automatisch lichtsysteem - net als een slimme thermostaat - de energierekening toch wel omlaag brengen. En zo leuk vind ik stofzuigen, ramenlappen en grasmaaien nu ook weer niet. Toch eens een keer proberen zo’n apparaat.
De SMAC-stroomversnelling
Tijdens een PLM bijeenkomst in Boston werd nog maar eens duidelijk dat we pas aan het begin van de ‘robothuisrevolutie’ staan. Niet omdat het daar over ging, maar wel omdat er per toeval twee gerenommeerde sprekers waren met hun visie op de productontwikkeling van de toekomst. Dat ze allebei met mooie domotica voorbeelden kwamen, was mooi meegenomen. De eerste spreker was Scott Miller. Inmiddels eigenaar van Dragon Innovation en bekend met de wereld van robotica en domotica. In zijn MIT-tijd was hij een van de oprichters van iRobot. Juist. Dat bedrijf dat de Roomba, ’s-werelds eerste robotstofzuiger bedacht. Hij is er van overtuigd dat we ons - hoewel software steeds belangrijker wordt - midden in een hardwarerevolutie bevinden. “De mogelijkheden van open besturingsplatformen als Arduino en Raspberry Pi zijn enorm. Gecombineerd met open source software en het 3D-printen dat nu echt een vlucht begint te nemen, kunnen kleine clubjes engineers zeer snel tot grootse dingen komen. Bovendien is crowd funding mogelijk, wat naast voorfinanciering zorgt voor een vroegtijdige betrokkenheid en terugkoppeling van klanten.” Mark Principe van het bijzondere Quirky is het roerend met Miller eens. Zijn bedrijf gebruikt de kracht van de crowd om producten te ontwikkelen en doet een beroep op de uitvinder in ieder mens. Iedereen kan zijn of haar eureka-moment indienen en vervolgens gaat de hele community aan de slag om er een product van te maken. Elke mede-ontwikkelaar wordt betaald naar bijdrage en Quirky zorgt voor lastige obstakels als productveiligheid, maakbaarheid en logistiek. “Dat we met de community heel snel tot nieuwe dingen kunnen komen, is ook een gigant als GE niet ontgaan”, vertelt Principe. “We zijn daarom een samenwerking gestart, waarbij we een slimme airconditioning, Aros genaamd, hebben ontwikkeld. GE heeft als tegenprestatie al haar patenten voor de community vrijgegeven. Een vervolgstap is de ontwikkeling van het Wink-platform waar op tal van slimme thuisproducten als Aros zullen samenkomen.” Overigens is de Quirky community de GE-patenten helaas kwijt. Dit omdat Electrolux de witgoeddivisie van GE onlangs kocht voor 3,3 miljard euro. De moraal van dit verhaal is wat de Amerikanen SMAC noemen. Het staat voor Social, Mobile, Analytics en Cloud en zorgt ook in het domoticadomein razendsnel voor tal van nieuwe initiatieven, producten en gebruikers.
Het robothuis
Het is al weer even geleden dat ik een van mijn helden Michio Kaku te spreken kreeg. Maar gezien het vergezicht dat hij destijds schetste hebben we nog even voordat zijn toekomstvisie is ingehaald. Op de heugelijke dag in kwestie voorzag hij dat sensoren net zoiets zijn als water uit de kraan. Net zo talrijk, klein en goedkoop als de watermoleculen zelf. Hetzelfde geldt voor de communicatie tussen deze sensoren en de beschikbare bandbreedte. Wat dit betekent voor uw huis? Meer dan dat we op dit moment kunnen bedenken. Bijvoorbeeld verf die eigenlijk elektronische inkt is zodat elk deel van je huis een willekeurig behangetje, schilderij of TV is. Of een toilet dat u op uw falie geeft omdat u de avond ervoor te ongezond getafeld en gedronken heeft, en ondertussen tal van gezondheidsgerelateerde zaken berekent. Uiteraard worden bevindingen aan de spiegel doorgegeven, die nauwkeurig uw huid bekijkt en samen met de tandenborstel de gesteldheid van uw mondflora en -fauna analyseert en er het zijne van denkt. Of er in een dergelijk huis ook een huisrobot rondloopt die u als butler vers gezette kopje koffie serveert is de vraag. Voor de liefhebber kan het ongetwijfeld. Maar als mijn tandenborstel al een verbonden slim apparaat kan zijn, zullen er ook mensen zijn die genoegen nemen met een veelvoud aan slimme onderling verbonden apparaten die gezamenlijk zorgen voor een maximale veiligheid, gezondheid en natuurlijk comfort. Ook ligt het voor de hand dat ‘single purpose smart devices’ ons robothuis zullen bewonen, lang voordat de echte humanoid zijn intrede zal doen. Ze zijn nu eenmaal minder ingewikkeld en daarmee sneller en goedkoper te produceren. Bovendien maakt hun IP-adres een onderlinge koppeling en aanvullende dienstverlening mogelijk. En met een toenemende vergrijzing plus de wens langer zelfstandig thuis te wonen, is er een sterke maatschappelijke motivator voor dergelijke slimme verbonden apparaten.
Wie stuurt?
Dan rest natuurlijk wel de vraag: wie stuurt al deze apparaten aan? Wordt ons huis een soort boordcomputer? Een soort alles controlerende robot die net als HALL 9000 (A Space Odyssey) zijn bewoners kan gijzelen? Onwaarschijnlijk. Wat dat betreft is de trend meer richting een decentraal sensornetwerk. Dat neemt niet weg dat er achter elke dienst ook een bedrijf zit dat alle big data uit ons robothuis maar al te graag vergaart. Het is de vermoedelijke reden waarom Google het bedrijf Nest overnam. Wie de consument echt wil kennen doet dat in de toekomst niet via zijn klikgedrag, maar via zijn almaar kletsende huishoudelijke apparaten. Wat dat betreft zal het ons robothuis - naast tal van groene voorzieningen voor energie en recycling - ook aan digitale gordijnen niet ontbreken.
Verschenen in Vision & Robotics