Eind vorig jaar waren ze al in Japan te bewonderen. En nu had de Technishow de primeur voor Europa: de nieuwe scararobots van Fanuc. Vooralsnog is de maximale payload van drie kilogram. Maar binnenkort wordt ook een zes kilogram-variant toegevoegd.
// Factory Facts //
"Ik realiseer me dat het op het eerste gezicht misschien een rare beurs is om onze nieuwe scararobots te presenteren”, geeft Paul Ribus, General Manager van Fanuc Benelux toe. “Maar de Technishow is voor ons echt een beurs voor productlanceringen en we wilden er niet mee wachten. Bovendien zijn er ook in de metaal- en kunststofbranche genoeg applicaties te vinden waar een scara prima past.”
Na een dergelijke introductie is de logische vervolgvraag: wat zijn die applicaties dan? En waarom komt Fanuc juist ook nu net dit nieuwe robottype op de proppen? Het antwoord van Ribus is tweeledig. “Op de eerste plaats willen we dingen leveren waar onze klanten behoefte aan hebben. En hoewel niet heel groot, was de vraag naar scara er wel degelijk. Voor pick & place, maar ook voor assemblagetoepassingen past scara soms beter dan onze kleinste articulatie- of deltamodellen. In zo’n geval is het jammer dat je nagenoeg alles kunt leveren, maar dan net dat ene robotje niet. Jammer voor ons, maar ook voor de klant. Want vanuit het oogpunt van gebruikersvriendelijkheid is het juist fijn wanneer je alle robots, en zelfs je andere cnc-machines, intuïtief via één en dezelfde iHMi interface kunt programmeren.” En die tweede reden? Dat blijkt de grote groeimarkt die Fanuc in China ziet. En dan met name op het gebied van elektronica waar scara veelvuldig wordt toegepast. Dat wil overigens niet zeggen dat Fanuc andere segmenten links laat liggen. “Ook in farma, laboratoria en verpakte voeding komt scara vaak voor. Bovendien denken we met onze nieuwe robots een voordelig alternatief te kunnen bieden voor machinebouwers die recht-toe-recht-aan x-y-z oplossingen in hun machines integreren. Onze scararobots zijn namelijk zeer compact en kunnen ook ondersteboven – dus ceiling mounted – worden geïnstalleerd.”
Het gebruikersgemak wordt volgens Ribus onderstreept door het feit dat de scararobots via de eveneens nieuw ontwikkelde iRProgammer software te programmeren zijn. Dat gaat dan via een browsergebaseerde wizard via tablet, telefoon of pc en er is dus geen teach pendant nodig. Wat je ook niet nodig hebt? Programmeerkennis. “We hebben het getest met mensen die nog nooit geprogrammeerd hadden. Binnen 30 minuten hadden ze de robots aan de praat.” Andere gemakkelijke features zijn volgens Ribus de holle z-as, waardoor bijvoorbeeld alle lucht en IO inwendig richting de tooling gevoerd kan worden. Dat scheelt niet alleen ruimte, maar vergroot ook de levensduur van de kabels aanzienlijk. Die z-as maakt overigens een slag van 200 millimeter. Het werkgebied van de 3kg versie is 400 millimeter.
Tot slot noemt Ribus enkele FANUC speerpunten die ze voor hun hele productportfolio hebben gedefinieerd: performance, customisation en ‘smart’. Voor wie vaker op beurzen rondloopt en met robotleveranciers spreekt, laat zich vrij makkelijk raden wat hij hier onder verstaat. Op de eerste plaats moet het maximale uit de robot gehaald worden. Dat kan door slimme programmeertools die helpen bij de optimale configuratie, maar ook door het ‘custom’ aanpassen aan specifieke sectoren en toepassingen. Er kunnen bijvoorbeeld forcefeedbacksensoren worden toegevoegd of 3D vision. Later dit jaar zal ook laser voor bijvoorbeeld snijden, maar ook additieve productie aan dit rijtje worden toegevoegd. Punt hierbij is dat dit soort ‘custom’ onderdelen vergaand in de robotbesturing zijn geïntegreerd en dus ‘plug & play’ zijn in te passen. Smart tot slot duit dan op het halen van data uit de robots en dit verzamelen in een cloudplatform voor zero down time. Een van de klanten die voor dit doel inmiddels zeker 7000 robots middels MT-LINKi gekoppeld heeft, is General Motors. “Door de robots te monitoren kunnen ze ongewenste stilstanden voorkomen en onderhoud versnellen”, zegt Ribus. “In dit platform kunnen overigens ook robots van derden toevoegen. Dat gaat dan middels OPC UA.” En de onlangs door IFR genoemde trend dat robots via dit soort platformen van elkaar leren? En dit niet alleen voor wat betreft ‘gezondheid’, maar ook voor het beter kunt uitvoeren van taken? “Nee, dan begeef je je echt in het domein van artificial intelligence. Ook wij houden hier natuurlijk een stevige vinger aan de pols, maar dat is meer iets voor een volgende Technishow.”