Hannover Messe 2019 combineert Smart Industry met Industry 4.0

01/02/2019

Door Bart Driessen

Nederlandse bedrijven gaan niet voor niks naar de Hannover Messe. Dit jaar richt de Nederlandse industrie zich nog sterker dan ooit op de samenwerking met de Duitse hightech industrie.

 


     

Tijdens een recente persconferentie in Amsterdam voorafgaand aan de Hannover Messe 2019 waren diverse slimme kopstukken aanwezig. Zo brak Peter van Harten, directeur van Isah en tevens aanvoerder Nederlandse Smart Industry Programma, een lans voor nog meer en slimmer samenwerken. Binnen de meer dan 30 Fieldlabs die Nederland inmiddels rijk is, maar ook door de banden met Duitsland aan te halen. Van Harten: “De ambitie van Smart Industry is groot: de Nederlandse industrie moet in 2021 tot de Europese top behoren als op het gaat om flexibiliteit en digitale verbondenheid van de productie. In onze Fieldlabs werken we hieraan door samen met verschillende bedrijven en organisaties nieuwe oplossingen en toepassingen te ontwikkelen en te testen.” Volgens een andere slimme spreker, Pieter Boerman, verbonden aan de Universiteit Twente en organisator van de Hannover Messe Challenge  - een event waar 750 Nederlandse studenten aan meedoen - , is er nog een belangrijke reden waarom samenwerken in Fieldlabs zo belangrijk is. “Om de vergrijzing van de bevolking, die in heel Europa heerst, en de toenemende concurrentie met Azië,  het hoofd te bieden hebben we meer jonge en goed opgeleide technici nodig. Zij moeten nu en in de toekomst overweg kunnen met de nieuwe technologie. Ook hier hebben de Fieldlabs een rol te vervullen.”

 

Hoog niveau

Hoe verwacht Smart Industry dat hoge niveau te behalen? Pieter Boerman: “Door de doelstelling van foutloos werken. Dat wil zeggen naast geen fouten ook geen vertraging (batchgrootte 1), geen programmering 5 G, robots met sensoren), geen tooling (3D en additive productie), geen verrassing (predictive maintenance), geen afval (recycling en hergebruik van energie) en tenslotte geen afvallers van medewerkers (voortdurend leren).”

 

Hann2

Samenwerking met Duitsland

Minstens zo belangrijk is de samenwerking van Smart Industry met het Duitse platform Industrie 4.0. “Vorig jaar waren Willen-Alexander en Maxima aanwezig bij de tekening met de Duitse organisatie. Het belang daarvan is echt groot. Dat geldt ook voor onze samenwerkingen met International Data Spaces Association, organisatie achter OPC UA, en smartfactorykl. Zij zorgen de softwareoplossing voor de integratie van industriële protocollen. Dat versterkt onze samenwerking met Duitsland. En om ons land internationaal als hightech-land te profileren. Het oude imago van klompen en tulpen maakt wat ons betreft plaats. We zijn een hightech-land met een hoog niveau. En dat zullen we ook op de Hannover Messe aan iedereen duidelijk maken.”

Met de bus naar Hannover

Een succesvol onderdeel is de Hannover Messe Challenge 2019. Dit event, geleid door Pieter Boerman, stimuleert studenten om techniek te laten kiezen. Pieter Boerman startte 4 jaar geleden met 200 studenten voor een bezoek aan de Hannover Messe. Intussen is dat idee uitgewerkt tot het Hannover Messe Challenge 2019. Dit jaar verwacht Boerman 750 studenten, afkomstig van 9 universiteiten, 14 hogescholen en 400 middelbare scholen. Het programma duurt twee dagen. De eerste dag vindt plaats op de campus van de TU in Enschede. Het bestaat uit presentaties door bekende wetenschappers en praktijkmensen, aangevuld met demo’s en proeven. Op de tweede dag vertrekken de deelnemers met een grote hoeveelheid bussen naar de Hannover Messe. Ieder jaar laat deze grootste technologiebeurs in Europa een enorme indruk achter op de studenten. Het zet hen aan het denken over hun toekomst en ontdekt mogelijkheden in de techniek.

Waar is het zuiden?

Opvallend aspect van het Hannover Messe Challenge is de verdeling van de 750 studenten. Het gaat om studenten die afkomstig zijn van opleidingen boven de rivieren. Met andere woorden: Brabant, Limburg en Zeeland vallen zijn niet vertegenwoordigd. Waarom is dat zo? Wat Boerman betreft zouden alle onderwijsinstellingen meedoen. Maar tot op heden lukt dat niet. De oorzaken daarvoor variëren van een tekort aan aan middelen, gebrek aan schaalgrootte tot onenigheid binnen de instellingen onderling. Wellicht dat de enorme opkomst dit jaar er voor zorgt dat de studenten uit Eindhoven en Maastricht er volgend jaar ook bij zijn.