Precies een jaar geleden werd op Hannover Messe, in het land van de ‘Industrie 4.0’, een belangrijke eerste stap genomen om de Nederlandse transitie naar een digitale ‘slimme’ economie te versnellen. Een projectgroep onder leiding van Ineke Dezentjé ging vervolgens op verzoek van Minister Henk Kamp aan de slag met een actieagenda.
Begin dit jaar werd deze agenda door het kabinet omarmd. Doel van de nationale actieagenda is beschikbare kennis bij bedrijven, kennisinstellingen en meer te verzilveren, 10 proeftuinprojecten – zogenaamde fieldlabs – op te starten en fundamentele randvoorwaarden (kennis, ‘skills’ en ICT randvoorwaarden) te versterken. Een jaar later zijn we weer terug in Hannover. Tegen de achtergrond van de wereldwijde aanbieders van technologische toepassingen laten 200 Nederlandse bedrijven en kennispartijen zien dat ze op het hoogste niveau presteren en tot de koplopers van de Smart Industry revolutie lopen. Onze uitgangspositie is goed. Nu al is de Nederlandse industrie een van de productiefste van de wereld (3e). Met 800.000 banen en 13% van ons BBP mag de industrie met recht de motor van de economie worden genoemd. Maar deze motor blijft alleen draaien als de industrie zich constant blijft vernieuwen. Uit de relatieve lage internationale score van Nederland in het gebruik van robotica (15e) kan worden geconcludeerd dat er nog een wereld te winnen is. Op www.smartindustry.nl kan iedere ondernemer terecht die wil weten hoe hij/zij op deze ontwikkeling kan inspelen.
Partnerland of niet, Nederland grijpt de Hannover Messe aan om zich als hightech industrieland te presenteren. Dit doen we onder andere door de resultaten van de publiek-private smart industry aanpak te benadrukken; in het bijzonder de tien fieldlabs waar private partijen en kennisinstellingen in een grootschalige testomgeving aan doorbraaktechnologieën werken. Deze gezamenlijke inspanning is nodig omdat de materie dermate ingewikkeld is dat een individueel bedrijf dat niet lukt. De overheid helpt met het opzetten van het ecosysteem, slimme regelgeving, verbeteren van de aansluiting van onderwijs en arbeidsmark en de ICT infrastructuur, maar waar mogelijk ook met financiering. Een voorbeeld hiervan is de Smart Bending Factory. Deze fieldlab wil wereldwijd het toonbeeld van innovatie in de metaalindustrie te worden door in maatwerk kleine series 25% goedkoper en vijf keer sneller op de markt te brengen. Bedrijven, kennisinstellingen en de provincie Gelderland dragen hier gezamenlijk aan bij. Daarnaast zullen ook Europese middelen voor de fieldlabs worden ingezet (EFRO, Horizon 2020). De Hannover Messe biedt Nederlandse partijen bij uitstek de mogelijkheid om samenwerkings-verbanden met buitenlandse partners te verkennen. De Smart Industry ontwikkelingen stoppen namelijk niet bij de grens. Als we als Nederland willen profiteren van de nieuwe kansen die de digitalisering ons biedt, dan is samenwerking met buurlanden en binnen Europa onontbeerlijk. Minister Kamp heeft daarom in Brussel gepleit voor een Europese Smart Industry aanpak. De verwachting is dat de Commissie een dergelijke aanpak naar Nederland, Duits en Zweeds voorbeeld zal gaan opzetten. De Nederlandse fieldlabs krijgen dus mogelijk ook in Europa een vervolg. Maar ook in Nederland is er werk aan de winkel. De studie van Roland Berger over de kansen van de digitalisering, in opdracht van de Bundesverband der Deutschen Industrie (BDI), laat goed zien dat de groeikansen zich met name manifesteren op gebieden waar onze negen topsectoren innovatief sterk en internationaal toonaangevend zijn. Een prima uitgangspunt dus om de Nederlandse industrie als mondiale Smart Industry proeftuin te positioneren.
Guido Landheer is Directeur Topsectoren & Industriebeleid binnen het Ministerie voor Economische Zaken