Bottom line

30/05/2014

Door Liam van Koert

Met een grote industriële Duitse beurs achter de rug en een nieuwe unieke Nederlandse variant in het vooruitzicht, komt er nogal wat automatiseringsnieuws op het journalistenpad. En hoewel hier genoeg innovaties tussen zitten, gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de grote lijnen vrijwel onveranderd blijven. Nog steeds voeren hoofdthema’s als flexibiliteit, time-to-market en compliance (lees: veiligheid in al zijn sectorspecifieke manifestaties) de boventoon. Sinds dit jaar is daar ook Smart Factories, wat de Duitsers Industry 4.0 noemen.


     

Het is toch echt wel een dingetje. Uiteraard inclusief subthema’s als integratie, connectiviteit en cybersecurity. Het gevolg zijn modulaire, energiezuinige producten die snel in bestaande infrastructuur kunnen worden ingepast (echte greenfield projecten zijn natuurlijk schaars), gebruikersvriendelijk zijn en natuurlijk duurzaam voor de gehele levenscyclus. Nu ik mijn buzzwordbingokaart aardig vol heb, realiseer ik me dat het uiteindelijk om één woord draait wat tevens altijd het laatste woord heeft: de business case. Het werd nog maar weer eens onderstreept in een rondetafeldiscussie die ik onlangs leidde over 3D stereovision. In 3D visionland is het een inkoppertje voor het op gang krijgen van een discussie: de Kinect. Deze 3D Microsoft camera die eigenlijk is bedoeld voor de Xbox, is enorm populair bij een groot aantal visionmensen om eens lekker mee te experimenteren. De reden? Best goede specs voor een kleine prijs. Die prijs is te danken aan het veel grotere volume dat in het consumentendomein kan worden gedraaid - een gevalletje business case dus - maar komt ook met een nadeel. De Kinect is natuurlijk nooit bedoeld voor highend toepassingen. Het feit dat de algoritmes eigenlijk zijn ontwikkeld voor het herkennen van gezichten en menselijke bewegingen heeft natuurlijk consequenties. Hetzelfde geldt voor de robuustheid van de Kinect. Een level opnieuw moeten spelen heeft minder vergaande consequenties dan het in de soep sturen van een productielijn. Een heel andere business case zogezegd. Overigens zie ik een vergelijkbaar fenomeen optreden bij HMI’s. Een tablet is veel goedkoper in combinatie met een scada app. Zelfs op machines zonder HMI kan nu voor weinig geld toch extra functionaliteit worden geboden. En als je dan toch consumentenproducten professioneel toepast, ga je dan voor een iPad of een fabrikaat van tachtig euro? Wederom is het een kwestie van business case. Wat is de functie van de tablet? Is het een leuk extraatje dat de verkopers moet helpen met een eigentijdse propositie? Of dient het als een serieus gereedschap waarmee klanten geld moeten verdienen? Ook hier is geen eenduidig antwoord. Maar voor het juiste advies is er gelukkig altijd die onvermurwbare bottom line.