Sommigen dachten dat het om een late één aprilgrap ging: ‘ABB wil voor 2 miljard euro B&R kopen’, kopten de kranten. Veel details deelden beide bedrijven echter niet.
En ook nadat de mededingingsautoriteit in juli groen licht gaf en de overname een feit was, kon men niet veel meer zeggen dan dat er een synergetisch voordelen waren. Pas in de aanloop naar de SPS IPC Drives werd de internationale vakpers in Linz bijeengeroepen en werd men iets concreter. “Voor de meesten was het best een verrassing”, geeft Hans Wimmer, die van B&R-baas nu leidinggevende is binnen de divisie Industrial Automation. “De overname van Bairnecker & Rainer door ABB kent absoluut geen saneringsmotieven. Sterker nog, B&R is al jaren een succesvolle onderneming en dat wil ABB ook graag zo houden. De koers blijft dan ook gewoon vanuit Oostenrijk uitgestippeld worden.”
Bij die koersbepaling wordt er wel gekeken naar synergiekansen. En die zijn er volgens Wimmer genoeg. “ABB had natuurlijk vooral interesse in B&R omdat we een zeer sterke positie in de machinebouw hebben. Zelf zaten ze voor deze sector met een automatiseringsgat, met name op het gebied van PLC’s en motion control. Dit kan B&R perfect opvullen, zonder overlap in het productportfolio. Wat dat betreft is er geen interne concurrentie. Bovendien zien we synergiekansen. Op het gebied van robotica bijvoorbeeld, een technologie waar ABB marktleider is. Wij als B&R zien dat de robot steeds vaker een geïntegreerd onderdeel van de machinebouw is. Een tweede synerchiekans zien we bij de grotere vermogens. Onze controllers gaan tot 100 kW, maar dat wordt nu uitgebreid naar 500 kW. Dit zullen we ook op de SPS IPC Drives in Neurenberg laten zien.“
Veel concreter dan de uitgesproken robotintegratie-intentie en feitelijke rebrandings aankondiging van enkele ABB-regelaars (ABB heeft ze tot 4 MW) wordt het echter niet. Het ligt wel voor de hand dat het op termijn gemakkelijker wordt om ABB-robots rechtstreeks via Automation Studio – de object georiënteerde programmeeromgeving voor B&R-systemen – aan een project toe te voegen. Dat kan nu alleen nog voor zelfbouwrobots.
Hoewel de dubbele groeicijfers van B&R echt niet slecht zijn is de schaalgrootte van de ABB groep wel van een andere orde. Werken er bij B&R 3000 mensen, bij ABB zijn dat er 132.000. Is de jaaromzet van B&R 600 miljoen dollar, ABB verkoopt voor 34 miljard in alle industriële takken van sport. Wimmer: “Wij hebben als internationale onderneming grote groeiambities. Momenteel zitten we in ruim 70 landen, maar ABB zit er in 100. Bovendien zitten wij er met minder mensen. Vijftig medewerkers in Brazilië en 200 in China klinkt mooi, maar de wereld ga je er niet mee veroveren. Met ABB kunnen we internationaal een grotere voet aan de grond krijgen. Bovendien heeft de ABB-groep het kapitaal om die internationale groei te financieren.”
In die laatste analyse van Wimmer schuilt ongetwijfeld waarheid, maar hij komt wel met een prijskaartje. Waar B&R eerst een familiebedrijf was de oprichters aan het roer stonden, staan zij nu als adviseurs zonder mandaat aan de zijlijn. De eigenaar is voortaan de aandeelhouder, die zich bij dubbele groeicijfers echt niet zal roeren. Maar of de synerchievoordelen ook blijven gelden als daar dubbele uitgaven bij horen en de koers ook in zwaar weer vanuit Oostenrijk wordt bepaald? Daar kan Wimmer natuurlijk weinig over zeggen. Maar men is zich van deze nieuwe realiteit ook in Oostenrijk bewust. Dat bleek wel uit de ludiek klinkende 'beursgang gong' aan het begin van de persconferentie.