Het is alweer een week geleden. De PROFIdag 2014 die in het Evoluon 160 mensen op de been kreeg. Het was een dag van vele vergezichten. Nou ja, ver? Voor je het weet is die stip aan de horizon een blinde vlek van enorme afmetingen.
Het waren Tom Bouws van de Kamer van Koophandel en Frank Kramer van ClickNL die het plenaire spits mochten afbijten. In navolging van de Actieagenda Smart Industry die recentelijk aan minister Kamp werd aangeboden, werd de zaal bijgepraat over de fenomenen smart factories en industrie 4.0. De presentatie bevatte alle ‘bekende’ elementen die al vaker zijn aangeroerd: een steeds meer verbonden wereld waarin de gebruikelijke hiërarchische (netwerk)structuren evolueren naar zelforganiserende systemen. Sensoren praten niet met een master, maar met hun buurman en het product weet zelf welke route hij het beste door de fabriek kan afeggen.
Fieldlabs
De slimme route waarop meerdere overheden momenteel inzetten, is dan ook weer niet zo bekend bij het grote publiek als dat je zou mogen verwachten. Beide heren Kramer en Bouws bepleiten dan ook een flinke campagne voor meer bewustwording. “Alle randvoorwaarden en technologie is in Nederland aanwezig. Nu moet het vooral tussen de oren van de bedrijven gaan zitten dat het geen kwestie is van wel of niet willen. De slimme fabriek komt er aan. En omdat hij veel flexibeler, sneller en efficiënter is kan je de boot maar beter niet missen.”
Naast de campagne gaat de overheid aan de slag met zogenoemde Fieldlabs. In deze proeftuinen moeten bedrijven in staat worden gesteld om ‘fit for future’ producten in de praktijk te testen, zonder zelf allerlei dure machines te hoeven aanschaffen. Uiteraard wordt er in de Fieldlabs ook onderzoek gedaan en krijgt de slimme samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven verder handen en voeten.
Muziek
Hoe businessmodellen veranderen door digitalisering blijkt wel uit de muziekindustrie. De CD als belangrijkste geluidsdrager is uit en streaming is in. De platenlabels, maar ook de sing- en songwriters moeten maar zien hoe ze hierop reageren. Wat doe je als liedjesschrijver als je maar een paar cent voor jouw liedje krijgt en alle inkomsten voor optreden en merchandise naar de uitvoerende artiest gaan? Pasklare antwoorden hierop zijn er niet. Dit gaat natuurlijk gebeuren met andere zaken die we nu nog als fysiek product zien. Een wasmachineknopje bijvoorbeeld. Bouws: “De wasmachineleverancier hoeft geen bergen aan verschillende knopjes meer op voorraad te houden. Deze kunnen prima worden geprint, wat kosten en service ten goede komt. Maar wat gaat er gebeuren als de consument voor minder dan 1000 euro zelf een 3D-printer aanschaft? Het knopje is dan ineens software; een digitale verschijningsvorm van intellectueel eigendom, met alle gevolgen van dien.”
Mobieltje
Dat de vooruitgang met doordendert en op niemand wacht werd nog eens duidelijk tijdens een klein zaalexperiment. “Wie had er in 2000 al een mobieltje?”, een zeer klein aantal steekt zijn hand op. Een filmpje toont vervolgens hoe men rond die tijd over mobieltjes dacht. Iedereen die werd aangesproken zag er het nut niet van in en wilde zelfs helemaal niet bereikbaar zijn. “Als iemand me wil bereiken, dan stuurt hij maar een brief”, was toen een normale reactie. Dat was de start van ons nieuwe millennium. En de camera die vier jaar daarna de ruimte in ging om Rosetta van ogen te voorzien? Die kostte meer dan honderd miljoen dollar en heeft nog steeds een resolutie van 4 megapixels. Inmiddels zijn er ontelbare mobieltjes met een tienvoudige resolutie op de markt. Wat dit soort getallen betekenen? Op kosmische schaal zijn de afstanden nog steeds enorm. Maar hier op aarde? Kijk maar eens naar dit filmpje.