Er wordt wat afgepikt in de industrie. Dat bleek althans uit een rapport dat de VDMA onlangs presenteerde. Het kost de Duitsers een kleine 8 miljard euro per jaar.
“71 procent van alle ondernemingen zegt te maken hebben gehad met plagiaat”, zegt Steffen Zimmermann van de VDMA. “In totaal kost het de Duitse industrie 7,9 miljard euro per jaar, wat overeenkomt met zo’n 38.000 arbeidsplaatsen. Een behoorlijk serieuze strop dus, waar met enkele vaak eenvoudige maatregelen al een hoop tegen te doen is.”
De Chinees in onszelf
Zimmermann stelt de VDMA leden – en dat zijn een hoop machinebouwers bij elkaar - al enkele jaren diverse vragen over productpiraterij. Het blijkt dat houtbewerkingsmachines en textielmachines het meest getroffen worden, maar liefst 92 procent. Het minst getroffen worden de werktuigmachines, met een nog steeds respectabel aandeel van 57 procent. Er worden hele machines gekopieerd, maar meestal – in 64 procent van de gevallen gaat het om specifieke onderdelen.
Wie pikt toch al dat intellectueel eigendom? De Chinezen? Jazeker. Maar liefst 72 procent van de ondervraagden legt de schuld bij deze kopieerkampioen. Maar onderschat de Duitsers zelf niet, want in 26 procent van de gevallen gaat het gewoon mis in eigen land. Zimmermann doet er een relativerend schepje bovenop. “Wist u dat 95 procent van de plagiaatgevallen in China een gevecht van Chinezen onderling betreft? En als we het over het Duitsland hebben is er een vorm van piraterij die niet in de statistieken naar voren komt. Geen bedrijfsspionage, geen reverse engineering, maar het intellectueel eigendom dat gewoon via de eigen werknemer de deur uitloopt.” Volgens Zimmermann is deze groep vaak onderdeel van een gefrustreerd middenkader dat geen groeikansen meer heeft en zijn geluk eens bij de concurrent beproeft. In zo’n geval hoeft het nog niet eens om gestolen gegevens via USB-stickjes te gaan. Vaak is er genoeg IP-gerelateerde kennis in de grijze massa opgeslagen.
Vervangingsonderdelen
Hoe komt het dat de schade van productpiraterij in de miljarden loopt? Sommige kosten liggen voor de hand. Inkomsten die worden misgelopen doordat de goedkopere kopie ergens anders wordt gekocht en de lastiger te kwantificeren imagoschade. In het geval van de machinebouw noemt Zimmermann nog een belangrijk post: de vervangingsonderdelen. “Bij veel machinebouwers wordt het geld verdiend door de verkoop van spare parts en onderhoud aan machines. Niet alleen loopt de machinebouwer geld mis als deze reserveonderdelen niet bij hen worden gekocht, ook gaan machines stuk als er verkeerde onderdelen worden gebruikt. In zo’n geval klopt de eindgebruiker bij de machinebouwer aan om verhaal te halen. Voordat de diagnose ‘had je maar geen kopie moeten kopen’ gesteld kan worden, zijn er vaak al hoge kosten gemaakt.”
Wat doe je er aan?
Het tegengaan van plagiaat lijkt een lastige zaak. Veel bedrijven weten niet waar ze moeten beginnen. Zelfs met het recht aan je zijde en diverse meldpunten, is het vooral buiten de Europese Unie lastig dit recht ook te halen. Tegenwoordig zijn er gelukkig ook steeds meer technische oplossingen. Het markeren van kritieke onderdelen met RFID bijvoorbeeld. Een onderdeel krijgt een unieke identiteit en de machine werkt alleen met het juiste component. Zimmermann: “In een wereld waar IT ook in de machinebouw een steeds belangrijkere rol speelt en steeds meer componenten een eigen identiteit in het netwerk krijgen, komen er ook steeds meer mogelijkheden voor bescherming. Het is dan wel zaak dat beveiliging al in de ontwikkelfase wordt meegenomen en er niet aan het eind maar even wordt ‘aangeplakt’.“ Naast het rapport publiceerde de VDMA ook een leidraad die machinebouwers helpt het onderwerp IP-bescherming structureel aan te pakken. Beide documenten zijn te verkrijgen via de website van de VDMA.