Kleurt Hannover Messe 2015 ook oranje?

26/01/2015

Door Liam van Koert

De Hannover Messe 2015 komt er aan. Dit jaar is Nederland geen Partnerland; dat wordt India. Maar de Nederlandse industrie pakt wel flink door; dankzij het succes van vorig jaar.


     

“Integrated Industry – Join the network!’ Dat is de slogan die van 13 tot en met 17 april over ‘s werelds grootste industriële beurs zal klinken. Want ja, geen industriebeurs ter wereld verslaat de imposante getallen van Hannover – 6000+ exposanten uit meer dan 100 landen – en dan hebben we de 28 regionale satellietbeurzen die overal ter wereld opdoemen nog niet meegeteld. En ja, de Duitsers zijn nog steeds vol van de verbonden en geïntegreerde industrie van de vierde industriële revolutie.

Vertrouwde onderwerpen
Voor wat betreft de onderverdeling in hallen en thema’s zijn er veel vertrouwde onderwerpen in Hannover. Bijvoorbeeld Industrial Automation & IT waar de digitale fabriek een belangrijke rol speelt. En de onderdelen Energy & Environmental Engineering, Power Transmission & Control, Industrial Subcontracting, Production Engineering & Services en Research & Development zijn weer van de partij. Als rode draad - hoe kan het ook anders – noemt de organisatie Industrie 4.0 en energie-efficiëntie. Enige opmerkelijke is wel dat hier juist de lichtgewicht constructies extra aandacht krijgen, terwijl dit natuurlijk ook aan een aanverwant en breder gedragen onderwerp als nieuwe materialen opgehangen had kunnen worden.

Nu doorpakken
Voor de trouwe Hannover Messe-bezoeker moet het toch wel een vreemde gewaarwording zijn geweest. Nederland als Partnerland. En ineens kwam Rutte opdraven om namens Nederland zijn beste industriële beentje voor te zetten (terwijl Merkel er gewoon elk jaar is). Zet je de tv aan, en jawel hoor. Zelfs de NOS vond de weg naar Hannover. Maar eerlijk is eerlijk: meestal zakt de aandacht na het partnerlandschap als een plumpudding in elkaar.
“'The year after' betekent in de regel een terugval van 50 procent”, bevestigt Theo Koster als hij enkele woorden tot de pers wendt. Als voorzitter van branchevereniging Nevat neemt hij de honneurs waar van het gezamenlijke paviljoen in Hal 4. Hier zijn naast de Nevat ook Brainport Industries, de Metaalunie en Mikrocentrum aanwezig. “Maar ik kan u geruststellen, in het geval van Nederland is dat allesbehalve het geval. Het officiële ontvangstdeel mag dan misschien iets kleiner zijn – vorig jaar hadden we hier heel Hal 2 tot onze beschikking – maar het Oranjegevoel in Hal 4 wordt steeds sterker. Ter vergelijking: in 2013 hadden we een gezamenlijk paviljoen van 650 vierkante meter. Vorig jaar sprong dat omhoog naar 1250 vierkante meter. Maar voor dit jaar is er al 1290 vierkante meter besteld. Er is dus heel veel animo vanuit de Nederlandse toeleveranciers om zich in Duitsland te profileren.”
Nu zeggen vierkante meters niet alles. Het gaat natuurlijk ook om uitstraling en de o zo belangrijke inhoud. Ook wat dat betreft kunnen we volgens Koster gerust zijn. “We hebben een nieuw ontwerp van het paviljoen dat nog meer eenheid schept. Hierin is ook een innovatieplein met start-ups opgenomen. Op deze manier komen ook de Nederlandse groeibriljanten goed over het internationale voetlicht.”

Nog veel meer oranje
De Nederlandse aanwezigheid gaat overigens veel verder dan Hal 4. Zo is er in Hal 6 het centrale paviljoen voor de ontvangst van delegaties, een stand voor Holland aluminium en composieten en wordt er vanuit het Nederlandse ScienceGuide-platform een internationaal wetenschapscongres georganiseerd. In Hal 14 is als vanouds het initiatief internationale pompenplein (een Nederlands initiatief) en in Hal 27 organiseert FME een energie- en een mobiliteitspaviljoen. In Hal 19/20 tot slot organiseert Hannover Consultancy een Holland Industrial Automation House.

 

Wie overweegt aan te haken bij een van de Nederlandse initiatieven kan zich aanmelden via:
http://www.dutchindustrialsupply.nl/ (Nevat, Brainport Industries, Metaalunie, Mikrocentrum Hal 4) of contact opnemen met Hannover Consultancy (http://www.hannoverconsultancy.nl/) of het FME (www.fme.nl).