Industrie 4.0 in de praktijk

30/09/2014

Door Liam van Koert

Op de stand Festo laten Festo, Lenze en Bosch Rexroth zien dat industrie 4.0 veel meer kan zijn dan een Duitse marketingkreet. Gezamenlijk bouwden ze een demo waar ze het in de praktijk brengen. Uitgangspunten van de slimme 'demonstratiemachine' zijn openheid, keuzevrijheid en toekomstzekerheid.


     

Misschien had er beter met  'slaan de voeten ineen' gekopt kunnen worden. Want wie de Jaarbeurs binnenloopt volgt moeiteloos de voetstappen die de weg naar de demonstrator aangeven. Er eenmaal aangekomen lopen we Marc Visser van Lenze tegen het lijf. "Waarom we deze demo hebben gebouwd? Binnen Industrie 4.0 zijn smart engineeren en het delen van kennis en expertise in de keten cruciaal. Hierom zijn keuzevrijheden voor machinebouwers en gebruikers noodzakelijk in het nieuwe denken. Festo, Lenze en Bosch Rexroth vinden het onze taak dit te delen met de markt. We willen laten zien dat de applicatie centraal staat en niet het product." 

Open, vrij en duurzaam
Volgens de drie bedrijven vraagt industrie 4.0 wel om een andere manier van denken. Er zijn nu eenmaal meerdere waardevolle technologieën in de markt en de industrie moet hier volop gebruik van maken. Wil je deze technologieën met elkaar kunnen laten praten, dan vervullen open standaarden een belangrijke rol. Vissers: "De overdracht van informatie moet in duidelijke heldere taal gebeuren. Dat betekent gebruik maken van open industriële standaarden zoals Ethercat, Ethernet, CoDeSys, Can Open of PLC Open. Zo kan de machinebouwer beter bezig zijn met zijn corebusiness. Ook heeft hij door open standaarden de vrijheid om de applicatie te laten bepalen wat het beste past. Niet de leverancier, wiens spullen hij gebruikt. Tot slot is deze openheid ook nog eens veel toekomstzekerder. Want door te kiezen voor een breed gedragen standaard, is het aanbod groot en kan er snel worden meeveranderd." 

 

Of je het nu Smart Industry of Industrie 4.0  noemt, Festo, Bosch Rexroth en Lenze zijn ervan overtuigd dat er grote kansen liggen voor de Nederlandse maakindustrie. Dit in Nederland zelf, maar zeker ook wereldwijd. Hun devies: kijk naar open architecturen, investeer in onderwijs en laat de applicatie de juiste route bepalen richting kostenbesparing, energiebesparing, tijdsbesparing en kennisontwikkeling.