Veel minder CO2 met nieuwe geharde staalstoort

08/01/2019

Door Ad Spijkers

Staal is dankzij de hoogconjunctuur in de bouwsector en de goed draaiende economie een veelgevraagd materiaal. Nieuwe ontwikkelingen maken het ook milieuvriendelijker.


     


De productie van staal kost veel grondstoffen en energie. Een nieuwe methode van Econsteel kan een belangrijke stap voorwaarts voor de milieubescherming zijn. De Deutsche Bundesstiftung Umwelt (DBU) biedt ondersteuning bij de start van het nieuwe project van de staalfabrikant uit Rottweil (Zwarte Woud).

Nadat de onderneming in een voorafgaand DBU-project een nieuw soort staal had ontwikkeld, moet nu een mechanische bewerkingsmethode voor het harden van het oppervlak worden gevonden. Als datd met succes verloopt, dan zou de combinatie uit het nieuwe materiaal en het mechanisch harden in de toekomst zo'n 99% uitstoot van broeikasgas kunnen besparen in vergelijking met het huidige productieproces. Bovendien ontstaat praktisch geen afval in de vorm van spanen meer, wat de efficiëntie van resources verder doet toenemen. De DBU ondersteunt het project met kennis en een subsidie van 125.000 Euro.

In het voorgaande project heeft het bedrijf, mede door de ondersteuning van de DBU, een nieuwe materiaalklasse in staal ontwikkeld en beproefd. De productie hiervan vraagt minder energie en grondstoffen. In het vervolgproject wil de onderneming met behulp van een speciale mechanische bewerkingsmethode voor dit materiaal nog meer besparen. Econsteel heeft ontdekt dat de oppervlakken van de in het vorige project ontwikkelde staalsoorten in tegenstelling tot conventionele staalsoorten door een zuiver mechanisch proces – het zogeheten rolleren – zo goed laat versterken dat conventionele hardingsmethoden er door kunnen worden vervangen. Daardoor zijn nieuwe efficiënte toepassingen in de hoogste kwaliteit mogelijk.

 

53.000 ton minder CO2 mogelijk

Tot nu toe moeten staalsoorten tegen hoge energiekosten in thermische methoden bij hoge temperaturen worden bewerkt om de nodige sterkte te krijgen. Omdat ze door de hitte vervormen, moeten de werkstukken bovendien met de nodige inspanning meestal worden nabewerkt met behulp van richt- en slijpprocessen. De nabewerkingsprocessen en de daarbij ontstane spanen zouden bij de nieuwe methode volledig vervallen, zodat het rendement op de ressources kan toenemen.

Als de methode met succes kan worden opgeschaald, zou in combinatie met het nieuwe materiaal op basis van de brede toepasbaarheid in de industrie alleen al in Duitsland zo'n 53.000 ton CO2 kunnen worden bespaard. Dit komt overeen met de uitstoot van een dorp met 4500 inwoners.

(foto: Econsteel)